Pensioen is heel simpel gezegd uitgesteld loon. En daarom, in mijn ogen, één van de meest belangrijke onderdelen van beloning voor arbeid. Vaak wordt dit onderschat. Als mensen salaris in moeten leveren, dan zijn de rapen gaar. Maar een wijziging in de pensioenregeling kan vaak zonder veel tegenwerking uitgevoerd worden. Ik verbaas mij daar werkelijk over. Vooral als de pensioenregeling gewijzigd wordt van een middelloonregeling in een beschikbare premieregeling. De achteruitgang in de waarde van je pensioen is vaak aanzienlijk. Het gaat vaak om meerdere tonnen euro’s. Maar goed, deze pagina bevat informatie over pensioen.

pensioen

Licentie: https://creativecommons.org/licenses/by-sa/4.0/deed.en

De drie pijlers van pensioen

Pensioen bestaat uit drie pijlers. De eerste pijler is het pensioen dat je van de overheid krijgt.  De tweede pijler is het pensioen dat je bij de werkgever opbouwt. De derde pijler is het pensioen dat je zelf op kunt bouwen in de vorm van bijvoorbeeld een lijfrenterekening. Al deze drie pijlers bij elkaar vormen jouw totale pensioen.

Pensioen van de overheid

AOW – ouderdomspensioen

Dit is de afkorting van Algemene Ouderdoms-Wet. Er is de laatste jaren veel te doen om de AOW. De AOW wordt aangepast aan de gemiddeld leeftijd waarop wij sterven. Met andere woorden de AOW-leeftijd wordt steeds hoger. Ik ben op het moment van schrijven 44 jaar en mijn verwachte AOW-leeftijd is 69 jaar en 6 maanden. Terwijl ik zelf altijd dacht dat ik op 65-jarige leeftijd AOW zou krijgen. Mijn beroep zou je in goede gezondheid eventueel uit kunnen oefenen totdat je de AOW-leeftijd hebt bereikt. Maar er zijn tal van beroepen die je echt niet op die leeftijd nog uit kan oefenen.

Als je in Nederland woont of werkt bouw je AOW op. Per jaar bouw je twee procent van je AOW op. Vanaf vijftienjarige leeftijd bouw je elk jaar twee procent op. Maar als je tussentijds in het buitenland hebt gewoond en gewerkt, dan zul je vaak niet de gehele AOW op kunnen bouwen. Ik schrijf vaak, omdat er uitzonderingen zijn. Als je bijvoorbeeld voor een Nederlands bedrijf in het buitenland werkt.

Helaas moet ik zeggen dat ik niet geloof dat de AOW op de lange duur zal blijven bestaan. Het volgende heb ik namelijk in een rapport van het CBS gelezen.

CBS over AOW premies

De AOW-premies die werknemers betalen, brengen niet genoeg op om de AOW-uitkeringen te financieren. Naast de opbrengst uit premies wordt de AOW gefinancierd door de regeling Bijdrage in de Kosten van Kortingen (BIKK) en overige rijksbijdragen. De rijksbijdrage aan de AOW is in de afgelopen jaren behoorlijk toegenomen van 11 miljoen in 2002 tot 5,7 miljard in 2008. Rond 2040 zal de helft van de uitgaven aan de AOW worden gefinancierd door de BIKK.

Om de piek in de AOW-uitgaven te financieren is in 1997 het
Spaarfonds AOW in het leven geroepen. Het geld in het Spaarfonds wordt gebruikt om de staatsschuld te verkleinen en op die manier ook de rente over de staatsschuld te verkleinen. Deze minder te betalen rente wordt ook weer in het fonds gestopt. Er is vastgelegd hoeveel geld er jaarlijks in het fonds moet worden gestort. Het saldo op 31 december 2009 bedroeg 40,4 miljard euro. Vanaf 2020 mag er vanuit het Spaarfonds worden uitgekeerd, er moet daarbij wel in het oog worden gehouden dat het geen fonds is met geld, maar een aanspraak van de AOW-premiebetalers op de schatkist.

ANW – nabestaandenpensioen

ANW staat voor algemene nabestaandenwet. Onder bepaalde voorwaarden krijg je als nabestaande een uitkering van de overheid. De Sociale Verzekeringsbank (SVB) stort deze uitkering op je rekening.  Dit is een vorm van nabestaandenpensioen.

Wanneer krijg je een ANW-uitkering?

Je  kunt een ANW-uitkering krijgen als je overleden partner in Nederland woonde of werkte, je de AOW-leeftijd nog niet bereikt hebt en je

  • zorgt voor een kind dat jonger is dan 18 jaar of je
  • bent voor minimaal 45% arbeidsongeschikt.

Hoe hoog is de ANW-uitkering?

De ANW voorziet in een basisinkomen. Je kunt er net aan van leven. Op de ANW-uitkering worden je inkomsten in mindering gebracht. Welk gedeelte van je inkomen in mindering wordt gebracht is afhankelijk van het soort inkomen. De volgende inkomens worden helemaal in mindering gebracht op je ANW-uitkering:

  • Een werkloosheidsuitkering,
  • arbeidsongeschiktheidsuitkering,
  • ziektewetuitkering,
  • nabestaandenuitkering uit een ander land dan Nederland en
  • diverse andere uitkeringen.

De volgende inkomens worden voor een gedeelte in mindering gebracht op je ANW-uitkering:

  • Inkomen uit loondienst,
  • winst uit een eigen bedrijf en
  • inkomen uit (vervroegd) pensioen.

WIA – arbeidsongeschiktheidspensioen

De WIA (Wet werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen)  is de arbeidsongeschiktheidspensioen voorziening van de overheid. Er is een onderscheid in de WIA gemaakt. De uitkering voor mensen die gedeeltelijk arbeidsongeschikt zijn, die volledig arbeidsongeschikt zijn maar weer genezen en mensen die volledig arbeidsongeschikt zijn en dat waarschijnlijk ook blijven.

De bedoeling van deze wet is het stimuleren van werken. Maar volgens mij is het effect eerder dat er meer mensen in de bijstand komen. Simpelweg omdat er minder mensen in aanmerking komen voor een WIA-uitkering dan voorheen voor de WAO-uitkering. Als je naar de cijfertjes kijkt, dan zie je inderdaad een vermindering van arbeidsongeschikten. Politici zullen dit cijfer gebruiken om de goede werking van de WIA te onderbouwen en claimen dat de WIA een succes is.

Voor deze pagina gaat het te ver om de gehele werking van de WIA te beschrijven. Dat is materie waar je alleen al een heel artikel aan zou kunnen wijden. Vandaar dat ik er in dit artikel niet verder op in ga. Misschien dat ik er in de toekomst een artikel over schrijf.

Pensioen van de werkgever

Ouderdomspensioen via werkgever

Via je werkgever bouw je vaak ouderdomspensioen op. Ik schrijf vaak, omdat er ook werkgevers zijn die daar niet in voorzien. Als je bij een werkgever werkt die niet voorziet in een pensioenregeling, dan mag je van die werkgever verwachten dat hij substantieel meer salaris biedt dan andere werkgevers die wel een pensioenregeling in het arbeidsvoorwaardenpakket hebben. Het opbouwen van ouderdomspensioen kost ontzettend veel geld en je kan er niet vroeg genoeg mee beginnen. Want het geld dat je aan het begin van je loopbaan inlegt, rendeert veel langer dan het geld dat je later inlegt. Dus als je bij een werkgever werkt die geen pensioenregeling heeft, dan kun je het best zo snel mogelijk zelf beginnen met opbouwen.

Van uitkeringsovereenkomst naar beschikbare premie

Er zijn verschillende soorten pensioenregelingen. Voor het gemak leg ik er twee uit. Je hebt de middelloonregeling en de beschikbare premieregeling. De middelloonregeling in zijn zuivere vorm is een regeling waarbij je honderd procent zeker bent van je uitkering bij pensionering. Wat je aan uitkering opbouwt staat netjes op je pensioenoverzicht.

De beschikbare premieregeling is een regeling waarbij je totaal niet zeker bent van de uiteindelijke hoogte van de uitkering bij pensionering. Ten eerste is het rendement wat je behaalt erg onzeker. Ten tweede weet je niet tegen welke rente je een uitkering aan kan kopen als je met pensioen gaat. De meeste mensen zijn wel op de hoogte van de eerste onzekerheid. Bijna iedereen weet tegenwoordig dat beleggen risico’s met zich meebrengt. Maar dat je met het opgebouwde kapitaal een uitkering aan moet kopen en dat die uitkering sterk afhankelijk is van de rekenrente dat is iets wat niet veel mensen weten. Onzekerheid troef dus.

Veel werkgevers zeggen dat zij over willen naar een beschikbare premieregeling, omdat zij geen hoge nabetalingen meer willen doen voor de middelloonregeling. En dat begrijp ik goed. Maar in de praktijk zorgen werkgevers er ook voor dat zij minder pensioenpremie betalen. Het gevolg is een veel slechter pensioen voor de werknemer. En dat is in mijn ogen niet terecht. Als er genoeg premie ingelegd wordt om een mooi pensioen op te kunnen bouwen kan ik achter een beschikbare premieregeling staan. Maar vaak willen werkgevers de premie zo laag mogelijk houden. Het gevolg is meestal een aanzienlijk slechtere pensioenregeling.

Nabestaandenpensioen via werkgever

Via je werkgever heb je als het goed is ook een nabestaandenpensioen. Het nabestaandenpensioen regelt een uitkering aan je partner voor het geval je komt te overlijden.

Het nabestaandenpensioen kan op twee manieren geregeld zijn. Er is een variant op risicobasis en een variant op kapitaalbasis. Als je een nabestaandenpensioen op risicobasis hebt, dan wordt er geen kapitaal opgebouwd. Er wordt alleen een risicopremie aan de pensioenuitvoerder betaald. Mocht je niet overlijden tijdens je werkzame periode, dan is er ook geen waarde. Bij de variant op kapitaalbasis wordt wel kapitaal opgebouwd. Mocht je niet overlijden tijdens je werkzame periode, dan kun je vaak het opgebouwde kapitaal omzetten in een uitkering voor het ouderdomspensioen.

Arbeidsongeschiktheidspensioen via werkgever

Vaak hebben werkgevers niets geregeld voor het geval je arbeidsongeschikt raakt. De redenatie van de werkgever is dat de WIA-uitkering voldoende is. Helaas is dit vaak niet het geval. Zeker als je meer verdient dan het maximum dagloon. Tot het maximum dagloon krijg je keurig een bepaald percentage van je laatstverdiende loon, maar als je meer dan het maximum dagloon verdient dan wordt daarover geen WIA-uitkering gedaan. Dus degene die meer dan het maximum dagloon verdient, valt behoorlijk terug in inkomen als hij of zij in de WIA komt. Je kunt dit verzekeren via de pensioenuitvoerder, als de pensioenuitvoerder die optie biedt. Mocht dit niet het geval zijn, dan zul je het zelf bij een verzekeraar moeten regelen.

Pensioen zelf opbouwen

Lijfrente als aanvulling ouderdomspensioen

Via een lijfrente kun je zelf ouderdomspensioen opbouwen. De fiscus draagt hierin een steentje bij. Elk jaar is er een bepaald bedrag voor de lijfrente inleg dat je maximaal van de belasting af mag trekken. Je kunt dit bedrag berekenen met de volgende formule 13,3% x premiegrondslag – 6,27 x A – FOR. De formule wil nogal eens wijzigen als de overheid weer wil bezuinigen. Voor 2018 is de formule als hiervoor beschreven.

  • Premiegrondslag = inkomen – 12.129 (franchise 2018)
  • A = je pensioenaangroei van het afgelopen jaar. Dit kun je vinden op je pensioenoverzicht van het afgelopen jaar.
  • FOR = fiscale oudedagsreserve. Ondernemers kunnen deze reserve gebruiken voor het opbouwen van een pensioenregeling.

Het ingelegde bedrag in je lijfrente kun je invullen bij de aangifte inkomstenbelasting. Je krijgt dan een deel van het ingelegde geld terug van de belasting.

Als je een aantal jaren niet gebruikgemaakt hebt van de jaarruimte, dan is er ook nog de reserveringsruimte. De reserveringsruimte bestaat uit het niet benutte deel van de jaarruimtes van de afgelopen zeven jaar. Dus als je in de afgelopen zeven jaar een paar jaar geen lijfrente inleg van de belasting hebt afgetrokken, dan kun je een extra inleg doen.

Lijfrenterekening

Er zijn verschillende mogelijkheden om zelf pensioen op te bouwen. Je kunt geld storten op een lijfrenterekening. Dit is een geblokkeerde spaarrekening. Bij een leuke spaarrente is dit een goede optie. Maar ja, de spaarrentes zijn op het moment van schrijven erg laag. Met een rente van nul komma nog wat schiet het helemaal niet op.

Lijfrenteverzekering

Verder kun je de jaarruimte gebruiken om de premie voor een lijfrenteverzekering te betalen. Vroeger werd dit veel gedaan. Maar de financiële branche heeft door de woekerpolissen het vertrouwen in dit product tot een dieptepunt doen dalen door de hoge kosten. Tegenwoordig is het product bijna niet meer verkrijgbaar.

Pensioen beleggen

Vanwege de lage rente zijn er steeds meer aanbieders van beleggingsrekeningen voor het pensioen. Dit zijn beleggingsrekeningen die geblokkeerd zijn tot het moment dat je met pensioen gaat. Als je zelf goed in beleggen bent kan dit een goed alternatief zijn voor de lijfrentespaarrekening. Bedenk wel dat er behoorlijke risico’s aan beleggen kleven. En je moet ook tegen de stress kunnen. Als de beurzen wereldwijd in een paar dagen behoorlijk dalen. Slaap je dan nog lekker? Dat is wat je jezelf af zou moeten vragen.

Beheerd pensioen beleggen

Er zijn ook aanbieders die het beheer van het geld voor je doen. Je kan maandelijks een bepaald bedrag op je geblokkeerde beleggingsrekening storten en zij beleggen dit geld voor je. Er wordt automatisch minder risico genomen naarmate je pensioendatum dichterbij komt. Zo heb je er zelf weinig omkijken naar. Dit wordt het zogenaamde lifecycle beleggen genoemd. Toch moet ik hier een opmerking bij plaatsen. Vaak wordt er minder risico genomen door een groter deel van je vermogen in obligaties te investeren.

Maar, loop je inderdaad minder risico als je in obligaties investeert? Als de rente aan het stijgen is, dan dalen de koersen van obligaties. Dus je hebt net zo goed een koersrisico als wanneer je in aandelen investeert. Obligaties zijn wel minder beweeglijk dan aandelen, maar dat zou in de toekomst wel eens kunnen veranderen. Gezien hetgeen er op dit moment met de rente aan de hand is.

Verder kunnen de bedrijven die obligaties uitgeven ook failliet gaan. Het probleem met dit product is voor mijn gevoel het feit dat je niet in kan grijpen als het helemaal mis gaat. En dat kan de vermogensbeheerder ook niet, want die heeft een contract met je gesloten waarin de verdeling van het vermogen staat. En daar moet hij zich aan houden. Dus als er van te voren afgesproken is dat er in 2030 50% in obligaties belegd moet zijn, dan kan je dit, voor zover ik weet, niet meer veranderen.

Nabestaandenpensioen zelf regelen

Er zijn verschillende manieren waarop je het nabestaandenpensioen kunt regelen. Je kunt ervoor kiezen een groot bedrag ineens uit te laten keren door een verzekeraar. Dat kan door een overlijdensrisicoverzekering af te sluiten. Als je liever een uitkering per maand voor je nabestaande regelt, dan kun je dat doen door een nabestaandenlijfrente bij een verzekeraar af te nemen. Een nabestaandenlijfrente is in de regel een stuk duurder dan een overlijdensrisicoverzekering. De overlijdensrisicoverzekering kan een lineair dalende overlijdensrisicoverzekering zijn. Naarmate je ouder wordt heb je namelijk minder kapitaal nodig tot het moment van overlijden. Het moment van overlijden komt namelijk steeds dichterbij.

Mijn mening over pensioen in het kort

De overheid trekt zich steeds meer terug. Dit zal in de toekomst alleen maar erger worden. Tenminste dat is mijn mening. Als je namelijk naar de tekst van het CBS kijkt, dan kun je alleen maar concluderen dat het steeds onbetaalbaarder wordt. Logisch gevolg daarvan is het terugtrekken van de overheid.

De werkgever trekt zich ook steeds meer terug. Uit eigen ervaring heb ik meerdere malen meegemaakt dat een werkgever minder wil betalen voor het pensioen. Daarnaast zetten veel werkgevers het pensioen om in een beschikbare premieregeling. Een regeling waarbij alle risico’s bij de werknemers worden gelegd.

Als je zelf voor je pensioen wilt zorgen, dan moet je wel de nodige risico’s nemen om een beetje pensioen op te kunnen bouwen. Dit komt door de extreem lage rente op dit moment.